Het was een koude ochtend, de lucht was vochtig, even als het al lang niet meer helder groene gras onder haar poten. De rode vos sloop zachtjes tussen de bomen door. Ze had haar vacht zo hoog mogelijk opgezet tegen de kou, maar des ondanks dat moest ze af en toe toch nog zachtjes rillen. Het was een grauwe dag, een dag waarbij de wolken maar niet voor de zon weg wilden gaan, zo'n dag waarop je liever niet je den uit wilde komen.
Janis was achter een patrouille aangestuurd om zich bij hun te voegen. Nou was dat net waar ze echt geen zin in had. Dus ja, hoewel ze nog wel de juiste kant op liep, bewoog ze zich voort op een tempo waarin ze ze nooit zou kunnen inhalen. Het maakte niet uit, ze zouden haar niet missen.