Op de enige berg die in het gebied te vinden is ligt een gletsjer. Deze gletsjer is het kamp van de Glacierfangs. Aan de zijkant van de gletsjer zijn holletjes uitgehouden in het ijs. De hollen van de oudere, nurses, diens leerlingen en de plaats waar gevangenen verblijven zijn helemaal onderaan. Daar boven zijn de hollen van de jagers, vechters en hun leerlingen. Weer een stukje hoger vind je de hollen van de commanders, als hoogste heb je het hol van de leader.

Aan de achterkant van de berg waarop de gletsjer ligt is een klein gat in de berg. Je moet echter wel dicht bij komen om het goed te kunnen zien, de ingang is dan ook zodanig klein dat de Glacierfang vossen er amper door kunnen. De vossen van de Glacierfangs zijn hier echter aan gewend en weten de weg bijna altijd terug te vinden. Het is bijzonder donker in de grot, dat help niet bij de weg vinden in het gangenstelsel. Veel gangen lopen dood, maar als je de juiste gang neemt kom je in een grote kamer. Hier in staat een gigantische stalagmiet van ijs, daar op schijnt maanlicht. Hier word contact gezocht met de voorouders.

Als je het kleine riviertje smeltwater vult zul je uiteindelijk aankomen bij een gigantisch meer. Het water uit het meer is extreem helder. Dit komt doordat het smeltwater op weg naar het meertje word gefilterd op een natuurlijke wijze. De meer ligt aan de rand van het besneeuwde gebied, hier door zijn er meerdere prooien te vinden. De dieren uit het grenzende gebied komen hier om te dringen.

Hiervan is het grootste deel van het gebied sneeuwvlaktes. Op de meeste plaatsen is het enige wat je kan zien dan ook sneeuw. Vreemdelingen zullen dan ook snel verdwalen op deze eindeloze sneeuwvlaktes. Bij de vossen van de Glacierfangs is dit echter bekend gebied, zij zullen meestal gemakkelijk de weg naar het kamp kunnen wijzen.